In Nootdorpers II leest u verhalen over Nootdorp hoe het was. Waar Nootdorpers deel I een sterk agrarisch karakter heeft, vindt u in dit boek vertegenwoordigers van de diverse beroepsgroepen, die Nootdorp rijk was, zoals een smid, een wijkzuster, de koster en de gemeentebode, een kaasmaker en een bakker, de molenaar, een wagenmaker en een brandweerman. Dit wil niet zeggen, dat de agrariërs ontbreken, want om hen kun je niet heen in een dorp zoals Nootdorp ooit was.
Echte Nootdorpers, hier geboren en getogen, zullen zeggen dat sommige gesprekspartners niet allemaal echte Nootdorpers zijn. Dit klopt, maar voor deel II is ook gekeken naar het grote aantal jaren dat zo iemand zich voor de dorpsgemeenschap heeft ingezet.
De levensomstandigheden zijn de laatste vijftig jaar zo sterk veranderd, dat onze jongeren zich nauwelijks kunnen voorstellen hoe hun grootouders, -soms ook hun ouders-, als kind volop meewerkten in het familiebedrijf. Hoewel ze gewoon naar school moesten, stonden ze voor dag en dauw op om koeien te melken, brood te bezorgen of bloemkolen te hakken. En soms ook om naar de mis te gaan, want voor veel kinderen was kerkgang voor schooltijd de normaalste zaak van de wereld.
Naarmate we meer gesprekken hadden gevoerd, viel het ons op dat zeer veel inwoners aan elkaar verwant zijn. Via neven en nichten komt men vaak uit bij dezelfde overgrootvader. Er bestaat nog steeds een kleine, hechte gemeenschap van mensen die elkaar allemaal kennen. Nieuwe Nootdorpers – import zoals ze soms niet al te vleiend worden genoemd – komen er steeds meer. Daarom gingen we ook op bezoek bij twee nieuwe Nootdorpse gezinnen om te horen hoe zij oordelen over ons dorp en over de ingrijpende veranderingen waarmee wij de laatste jaren zijn geconfronteerd. Ook zij constateerden, dat veel groen aan nieuwbouw wordt opgeofferd en dat het dorpse karakter aan het verdwijnen is.
Maar wij allemaal, nieuwe inwoner of niet, kunnen nu profiteren van uitstekend openbaar vervoer en een uitgebreid winkelaanbod, die we te danken hebben aan de komst van de nieuwbouwwijken met hun bewoners.
Wie niet zat te wachten op de komst van een tram en op een drukbezocht winkelcentrum, zal met de veranderingen moeten leren leven. Bij het nostalgisch peinzen over hoe het vroeger was, kunnen Nootdorpers deel I en II goede diensten bewijzen. En laten we dan niet vergeten dat het vroeger ook niet allemaal rozengeur en maneschijn was.
We hebben met twintig inwoners gesprekken gevoerd en hun herinneringen opgeschreven. Samen met Nootdorpers I hebben we nu veertig verhalen opgetekend. Als Nootdorp in 1900 rond de honderd families had, zal nog een aantal markante Nootdorpse familienamen ontbreken. Dat kan niet anders.
Dit boek is, net als Nootdorpers I, een weergave van de herinneringen van onze gesprekspartners. Het pretendeert niet historisch verantwoord te zijn; herinneringen kleuren immers in de loop der tijd. Evenals in deel I, raden wij de lezers aan om de in het boek genoemde locaties, – mochten ze nog bestaan, – te gaan bekijken. Vooral voor nieuwe inwoners lijkt ons dit een goede manier om zich met het dorp vertrouwd te maken.
Uitgeverij: Schenk
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...