Tedingerbroekpolder

De Tedingerbroekpolder

Hoe onze eeuwen oude Hollandse polder droog werd gehouden! – door Peter van der Drift

Wanneer je door het gebied rondom Nootdorp rijdt kun je nauwelijks meer zien waar de ene stad begint en waar de andere eindigt. De gemeenten met al hun bebouwingen en wegen lopen bijna naadloos in elkaar over. Dat dit ooit anders is geweest kun je je als buitenstaander nauwelijks meer voorstellen. Het waren vroeger allemaal afzonderlijke polders met hun eigen karakter en problemen. Dat de waterhuishouding daarbij een belangrijke rol speelde en nog speelt mag duidelijk zijn. In dit artikel sta ik stil bij de Tedingerbroekpolder.

Het idee van mij om te schrijven over de (voormalige) Tedingerbroekpolder heeft verschillende redenen.

Op de eerste plaats zijn het de jeugdherinneringen: Ik ben opgegroeid in deze polder, waar mijn vader een veehouderij had met 20 melkkoeien en 11 hectare weiland. Op de tweede plaats, omdat mijn vader van 1969 tot 1976 lid was van het polderbestuur. De derde en laatste reden is, dat ik van jongs af aan geïnteresseerd ben in de historie van polderbemaling en molens.

De directe aanleiding voor dit schrijven is echter een foto, die ik thuis tegenkwam van de opening van het nieuwe gemaal aan de Kanaalweg. Deze opening vond plaats op 3 oktober 1972.

1972 - bestuur Tedingerbroekpolder

Het polderbestuur poseert bij de opening van het nieuwe gemaal aan de Kanaalweg op 3 oktober 1972. Van links naar rechts zien we:
Piet Mooijman, naam onbekend (vermoedelijk iemand van de bouw van het gemaal of van vliegveld Ypenburg), Dirk van de Sande, Geert van de Sande, Koos van de Poel, Arie van de Sande, Gerard van der Drift, A.A. Overgaauw, Siem Kooij, Kees van de Sande, M. Olieman.

Dit artikel gaat over historische feiten met name over de waterhuishouding in de Tedingerbroekpolder, aangevuld met enige persoonlijke belevenissen uit de periode 1972-1976.

Beschrijving van de polder.
De Tedingerbroekpolder is onderdeel van een eeuwenoud poldergebied tussen Zoetermeer, Leidschendam, Voorburg, Den Haag en Nootdorp. De Veenweg vormt de oostgrens van de polder. Aan de westkant is het Rijn-Schiekanaal (de Vliet) de grens. In het zuidwesten grenst de polder aan de Broekpolder, in het zuidoosten aan de Oost- en West Negentig Morgen polders in Nootdorp en in het noordoosten aan de zogenaamde landscheiding (= de grens met het Hoogheemraadschap Rijnland).

De polder is opgericht rond het jaar 1480 en heeft een oppervlakte van ongeveer 780 ha. Sinds 1977 behoort de polder waterstaatkundig tot het Hoogheemraadschap Delfland. Sinds de polder op 1 januari 2002 door een gemeentelijke herindeling bij Den Haag werd gevoegd, is er weinig meer van het landelijke karakter overgebleven. Op de plek van het vliegveld Ypenburg verrees de Vinex wijk Ypenburg. Aan de noordkant van de rijksweg A12 ligt nu de woonwijk Den Haag – Leidschenveen en het bedrijventerrein Forepark. De oude geografische en cultuurhistorische lijnen van bijvoorbeeld verkavelings- en veenontginningspatronen in de polder zijn bij de aanleg van deze Vinex-wijken nauwelijks gerespecteerd en zijn dus nauwelijks te herkennen in het stratenplan. Slechts de Tedingerbroekplas, een visplas, is overgebleven.

Eigenschappen van de polder
De Tedingerbroekpolder is een zogeheten veenpolder. Het veen werd vanaf de late Middeleeuwen afgegraven voor turfwinning. Turf was vroeger een belangrijke brandstof voor de bewoners. Als gevolg van het afgraven van het veen ontstonden plassen die in eerste instantie met 2 molens en later met 2 (stoom)gemalen werden drooggemalen en ook droog gehouden. Zo konden op de percelen land- en tuinbouwactiviteiten plaatsvinden. De veenplas ‘Tedingerbroekplas’ gelegen aan de rand van Ypenburg (Boswijk) is hiervan nog overgebleven. In de buurt ligt ook nog de Plas van Reef, dit is een zeer diepe plas die ontstaan is door zandwinning.

Bemalingsgeschiedenis
Vanaf ongeveer 1610 tot 1873 werd de Tedingerbroekpolder bemalen door 2 molens: De ‘Westmolen’ en de ‘Oostmolen’.

Westmolen: Het onderstuk van de ‘Westmolen’ nabij Voorburg in 1976.

Westmolen: Het onderstuk van de ‘Westmolen’ nabij Voorburg in 1976. (Foto P. Grund, juni 1976, coll. NSR)

De ‘Westmolen’ is gebouwd vóór 1620 en verloor zijn functie in 1873 waarbij de molen nog in datzelfde jaar gedeeltelijk gesloopt werd. Het restant is gesloopt in 1977, omdat het moest wijken voor de bouw en uitbreiding van het Prins Clausplein. De plek waar deze molen gestaan heeft, is in de noordwest oksel van het Prins Clausplein, ongeveer 300 meter van de Vliet bij Voorburg (langs het huidige Nieuweveensepad).

De ‘Oostmolen’ is gebouwd rond 1612 en stond meer richting Leidschendam aan de Broekweg. Deze molen is gesloopt in 1870.

Beide molens sloegen het overtollige water vanuit de polder uit op de Vliet (Schieboezem).

In 1872/1873 werd de taak van de molens overgenomen door 2 stoomgemalen. Hiertoe werd besloten, omdat voor de droogmaking van de uitgeveende plassen een krachtiger bemaling nodig was. Hiermee zou verkaveling en ook bebouwing mogelijk worden.

Het eerste stoomgemaal kwam te staan aan de Broekweg ongeveer op de plek waar de ‘Oostmolen’ gestaan had. Het werd aangeduid met ‘Gemaal I’ of ‘Bovengemaal’.

Gemaal Broekweg

Locatie gemaal Broekweg: De locatie anno 2015 waar voorheen de ‘Oostmolen’ en later stoomgemaalⅠstond. Op deze plek staat nog altijd een elektrisch gemaal (Broekweg 140-142).

Het tweede stoomgemaal stond aan het einde van de Kortelandseweg (voorheen ook wel Kortelandsekade genoemd) op de plek waar huisnummer 41 nu is. Het werd aangeduid met ‘Gemaal II (A)’ of ‘Benedengemaal’.

Gemaal I is altijd het hoofdgemaal van de polder geweest en bemaalde de Bovenpolder van de Tedingerbroek (428 ha) en de Oostelijke Droogmakerij (270 ha). Het stoomgemaal I was in bedrijf van 1872 tot 1947 en sloeg zijn water ook uit op de Vliet (Schieboezem). In de periode 1947-1949 is dit gemaal geëlektrificeerd.

Gemaal II (A), Kortelandseweg (Kortelandsekade)
Dit stoomgemaal was in bedrijf van 1872-1910 en bemaalde het westelijke deel van de polder. Door het uitvenen was dit deel van de polder dieper gelegen. Het gemaal sloeg zijn water uit op de tocht langs de Veenweg en via de Goowatering richting Gemaal I, waarna het uiteindelijk door Gemaal II in de Vliet terecht kwam (Schieboezem). Er was hier dus sprake van een getrapte bemaling met behulp van stoomgemalen.

Nootdorp - Kortelandseweg of Zwarte Eind

Locatie gemaal Kortelandseweg: De situatie rond 1970.

In het gemaalgebouw van Gemaal II (A) werd in 1911 ter vervanging van het stoomwerktuig een ruwoliepetroleummotor geplaatst met vijzel. In 1934 werd deze weer vervangen door een dieselmotor met centrifugaalpomp. In 1972 werd dit dieselgemaal vervangen door een volautomatisch elektrisch vijzelgemaal op een andere locatie namelijk aan de Kanaalweg (Gemaal II (B)), waarna in 1973 de afbraak volgde van het oude gemaalgebouwtje aan de Kortelandseweg.

Gemaal II (B)
De beheersing van het waterpeil in het westelijk deel van de polder liet toch te wensen over. De problemen werden urgenter met de komst van het internaat ‘Craeyenburch’. Om deze reden ging het polderbestuur op zoek naar een oplossing voor dit probleem. In juni 1970 werd besloten om een geheel nieuw volautomatisch elektrisch vijzelgemaal te stichten aan de Kanaalweg, langs de Molensloot, op het terrein van vliegveld Ypenburg. Het kwam in eigendom, beheer en onderhoud van de Tedingerbroekpolder. Het splinternieuwe gemaal werd op 3 oktober 1972 officieel in gebruik genomen.

Leden van het polderbestuur.
Zoals ik eerder schreef was mijn vader van 1969 tot 1976 lid van het polderbestuur. De bezetting van dit polderbestuur zag er in de laatste jaren als volgt uit:

Veenweg 109

Veenweg 109: De woning “Mon Desir” van de heer P.J. Mooijman, waar de vergaderingen plaatsvonden van leden van het polderbestuur.

Dijkgraaf:
De heer J. v.d. Poel (Koos) van 1965-1976.

Secretaris-penningmeester:
De heer P.J. Mooijman (Piet)

Heemraden:
De heer A.A. Overgauw 1970-1976
De heer M. Olieman 1955-1976
De heer C.A. van Haaster (Cor) 1969-1976
De heer G.A.M. van der Drift (Gerard) 1969-1976

Vergaderingen
Regelmatig kwamen de leden van het polderbestuur bijeen voor een vergadering. Deze bijeenkomsten vonden plaats in het huis van de heer P.J. Mooijman aan de Veenweg nr. 109.

Schouw
Vóór 1 november dienden alle sloten en watergangen schoon en op diepte te zijn. De controle hiervan werd uitgevoerd door de heer C.A. van Haaster en mijn vader, G.A.M. van der Drift. Als kind van een jaar of 8 reed ik op zaterdagochtend mee met mijn vader in de auto. We gingen eerst de heer Van Haaster ophalen, die aan de Polderweg woonde. Vervolgens werd op alle plekken binnen het poldergebied gekeken of de sloten schoon waren. Wat mij is bijgebleven is dat we tijdens deze schouw op plekken kwamen waar ik nog nooit was geweest. Als voorbeeld noem ik de toen doodlopende Combinatieweg bij vliegveld Ypenburg, waar de verkeerstoren stond.

Eigenaren van sloten (veelal veehouders) die niet schoon waren, kregen een waarschuwing om alsnog aan de schouwvoorwaarden te voldoen. De boete was overigens niet hoog ƒ 5,= of ƒ 10,= per overtreding. Dit lage bedrag was soms toch een bezwaar blijkens deze anekdote: Een huishoudster van een veehouder vertelde mij eens: ”Ik heb de boete van ƒ 5,= maar niet aan Arnold laten zien, want hij zou er door van slag raken.”

Polderwerken
De heer Dick v.d. Sande was in dienst van de Polder. Tot zijn taken behoorde ondermeer het onderhouden en opknappen van de polderwegen binnen de Tedingerbroekpolder. Het ging om wegen waarvan de gemeente geen eigenaar was, dus vaak smalle weggetjes waar weinig verkeer gebruik van maakte. Voorbeelden waren: Kanaalweg, Polderweg, Broek-weg, Middenweg, Kortelandseweg, Combinatieweg. Het onderhoud van deze wegen moest zo goedkoop mogelijk gebeuren. Het was handwerk en bestond uit het opvullen van gaten met puin en stukjes asfalt. Hiervoor gebruikte Dick v.d. Sande een door de Polder aangeschafte Massey Ferguson tractor met aanhanger. Tractor en aanhanger stonden bij mijn vader in de wagenschuur gestald. Als dank hiervoor mocht mijn vader deze tractor ook gebruiken op de boerderij. Hier werd door mijn vader dan ook dankbaar gebruik van gemaakt in de hooibouwtijd of bij ander landwerk.

Tractor - Massey Ferguson 35

De Massey Ferguson 35 tractor.

Zoals ik reeds eerder schreef, is het bestuur en beheer van de Tedingerbroekpolder na 1976 compleet veranderd, doordat deze polder is opgegaan in het Hoogheemraadschap van Delfland. Ook is het oorspronkelijke karakter ingrijpend veranderd door de vele bebouwing die heeft plaatsgevonden in het gebied. Met het schrijven van dit artikel heb ik niet gestreefd naar het volledig weergeven van de geschiedenis, maar een impressie willen geven van hoe het eens was.

Bronnen:
Inventaris van het archief van het bestuur van de Tedingerbroekpolder (tweede gedeelte (1931-1976), beschreven door J.G.A. Jongeneel en herzien door J.D. van Tuyl in 1988.

Nederlandse Molendatabase

Mijn dank gaat uit naar mijn broer Leo die een eerdere versie van commentaar heeft voorzien.

Kaartje van Peter van der Drift

Ter verduidelijking nog een kaartje van locatie van de diverse gemalen die in dit stuk genoemd worden.