Betekenis naam

De betekenis van de naam Nootdorp

De naam Nootdorp is samengesteld uit de woorden ‘noot’ en ‘dorp’. Over de betekenis van het eerste deel ‘noot’ kan het volgende worden gezegd. Het Middelnederlandse woord ‘noot’ komt in alle oudere Germaanse talen voor, zoals in het Oud-hoogduits nôz, het Angelsaksisch neát, het Oud-noordsch naut, het Zweeds nöt, het Oud-fries nât, het hedendaagse Noordfriese nut, het Deens nöd, het Engels neat. De nog oudere oorsprong van het woord ligt in het Gotisch werkwoord niutan, ons ge-nieten, waartoe ook nut behoort. De oorspronkelijke betekenis van het woord ‘noot’ was: datgene wat het land voortbrengt om te leven. De hedendaagse termen ‘nood’, ‘noodzaak’, nodig’, ‘nuttig’ verwijzen hier nog naar. In de middeleeuwen had het woord ‘noot’ een tweeledige betekenis: het kon duiden op de producten van het land, dus graan, gras maar ook hout en turf. Het woord werd in sommige streken ook gebruikt als aanduiding voor ‘vee’. Om onderscheid te maken tussen de gewone landopbrengsten en het vee ziet men in middeleeuwse geschriften het woord ‘noot’ ook in verbinding gebracht met ‘quic’ (levend; rechtstreeks verwant met de hedendaagse woorden kweek en kweken en kwiek, in de betekenis van levendig). Zo ontstond het woord quekenoot als aanduiding voor levende have. Aangenomen kan worden dat het begrip ‘noot’ in de naam Nootdorp slaat op de eerste betekenis: land(bouw)product. De huidige Langelandse weg heette vroeger Notweg of Nootweg. Ook in enkele andere plaatsen in Nederland komen we die term ‘noot’ nog tegen in straatnamen, zoals de Notweg in Bergen en de Nootweg in Loosdrecht. Over de betekenis van de aanduiding ‘nootweg’ kan nog het volgende worden vermeld. In een oorkonde van 1401 wordt aan een zekere Coen van Oosterwijk de vrijheid verleend om het land buiten de Zeeburg tussen Amsterdam en Ypesloot te bedijken, en daarbij werd aan ieder veroorloofd, ‘in zijn landen lanen te legghen tot aen de Zeeburch, om zijn noote uyt ende in den landen te voeren.’ Uit deze zin kan worden opgemaakt dat het woord ‘noot’ omstreeks 1400 ook zonder het voorvoegsel ‘queke’ de betekenis van vee heeft gekregen. De meest voorkomende betekenis in Nederland van het begrip Nootweg of Notweg is dus de weg waarover men vee verplaatst.

Het tweede deel ‘dorp’ heeft sinds 1200 in Nederland geen betekeniswijziging ondergaan: het is een verzameling van huizen. Het woord zelf is al veel ouder en komt in vergelijkbare klanken ook terug in veel Germaanse talen. Taalkundigen wijzen in dit verband ook op het verband met het woord ‘terp’, een kunstmatige verhoging van plaggen. Voor Nootdorp geldt dat verband wel heel speciaal. De oudste bekende schriftelijke vastlegging van Nootdorp dateert uit 1281 (Noitdorp). Omdat er tot ongeveer 1700 geen officiële schrijfwijze bestond, is de naam Nootdorp in oudere stukken opgeschreven op de wijze waarop de schrijver de naam verstond. Dit heeft tot veel verschillende schrijfwijzen geleid: Noitdorp, Noetdorpe, Noittorpe, Notdorp etc.