Woningbouwvereniging Nootdorp

Een bewogen historie

Huurwoningen bouwen voor mensen met de wat smallere beurs, dat was de doelstelling van de Woningbouwvereniging Nootdorp (W.V.N.), die in 1939 werd opgericht.

Theo Lindeman

Theo Lindeman

Sociale woningbouw bestond nog niet in Nootdorp en de volkshuisvesting was niet best. Het was Th. Lindeman van het gelijknamige assurantiekantoor, die het initiatief nam tot oprichting van een woningbouwvereniging. Hij werd tevens de eerste voorzitter. Lindeman kwam uit de Katholieke Arbeidersbeweging, maar hij zette toch een algemene corporatie op, wat in die tijd heel modern en niet vanzelfsprekend was. Andere bestuursleden van het eerste uur waren onder anderen Chr. De Koning, D. Steeneveld en gemeentesecretaris B. Beukema. H. Mooijman werd als administrateur aangesteld, de enige functie die een kleine vergoeding opbracht. Bestuursleden zijn altijd vrijwilligers gebleven en hun werkzaamheden waren zeer tijdrovend. Die bestonden uit het maken van plannen, eindeloos overleggen en vergaderen, de correspondentie afwikkelen, de klachten afhandelen en de huuradministratie bijhouden. Er was geen sprake van enige vorm van automatisering; de Olivetti schrijfmachine draaide overuren.
Prinses Beatrixstraat 6 met boven de deur de herdenkingssteen van de W.V.N. met de datum 24-4-1947, de datum van eerste oplevering.

Prinses Beatrixstraat 6 met boven de deur de herdenkingssteen van de W.V.N. met de datum 24-4-1947, de datum van eerste oplevering.

De nieuwe corporatie kocht grond daar waar nu de Prins Bernhardstraat en de Prinses Beatrixstraat zijn. Architect Van Embden maakte een ontwerp: een dorpsstraat in oud-Hollandse stijl. Vervolgens brak de oorlog uit en werden de werkzaamheden stilgelegd. Op de deels bouwrijp gemaakte grond gingen de Nootdorpers groenten verbouwen. De buurt kreeg de naam van groene Singel, kortweg: De Singel. Later ging de wijk Oranjewijk heten.
In 1947 kregen eindelijk de eerste tien huurders de sleutels van hun huizen aan de Prinses Beatrixstraat. Sommige woningen, de zogeheten Duplexwoningen, werden in tweeën gedeeld. Mocht de woningnood voorbij zijn, dan konden van deze twee woningen er één worden gemaakt.
Lindeman ging persoonlijk huis aan huis de huur ophalen en de vergaderingen werden bij iemand thuis gehouden. Pas in de jaren zestig richtte het bestuur een kantoortje in, ondergebracht in een Duplex-woning aan de Prins Bernhardstraat.

In het bestuur van de vereniging had ook Piet Steenweg zitting, het hoofd van de Jozefschool. In 1975 werd hij de nieuwe voorzitter en hij zou dit tot 1981 blijven, toen hij werd opgevolgd door Wim de Kuijper, werkzaam als hoofd opdrachtgeving infrastructurele projecten bij de gemeente Den Haag. De Kuijper was al in 1976 als secretaris in het bestuur van de W.V.N. gekomen en hij zou vijftien jaar lang het voorzitterschap bekleden. Toen hij in 1996 werd opgevolgd door Henk Duinkerken, was deze pas de vierde voorzitter van de W.V.N. Voor een vereniging die al zolang bestaat een ongekend fenomeen, dat duidelijk maakt hoe serieus het bestuur zijn taak opvatte.
Het volgende project dat de W.V.N. opzette was plan West. Een wijk rond het Burgemeester Schölvinckplein en de Vrijenbansestraat. Dit was begin jaren zestig. Direct daarop volgde de bouw van plan Oost, Vrouwtjeslant genoemd, waar de W.V.N bij de start van deze bouwstroom ondermeer in de Lindenhof en Elzenhof huurwoningen kreeg toegewezen. In betrekkelijk korte tijd kwamen er grote aantallen woningen en huurders bij.

Start van de bouw in Vrouwtjesland.

De bouw vordert gestaag.

Uitzicht vanaf de dakkapel aan de Berkenhof.

Hooravonden

Wim de Kuijper

Wim de Kuijper

Wim de Kuijper vertelt over de gang van zaken tijdens de zogeheten hooravonden, die op maandag om de veertien dagen plaatsvonden.
“Die avonden werden druk bezocht. Huurders kwamen niet alleen melden dat de dakgoot lekte, maar ook dat de televisie het niet deed, want wij werden overal bijgeroepen. Veel mensen kwamen informeren wanneer ze nu eindelijk eens aan de beurt waren voor een huurhuis, want er waren altijd veel meer gegadigden dan woningen. Er moesten dus veel Nootdorpers worden teleurgesteld.”
Na de voltooiing van Vrouwtjeslant in 1983 bezat de W.V.N. ongeveer 380 woningen. Het bouwen lag vervolgens enige tijd stil, doordat het plan Achter het Raadhuis (AHR) maar niet van de grond kwam. En intussen steeg het aantal woningzoekenden. Het duurde tot 1985 voordat burgemeester Waals de eerste sleutel van een woning aan de Ds. C. Spoorlaan aan de nieuwe bewoners kon overhandigen.
Burgemeester Jos Waals overhandigt de eerste sleutel.

Burgemeester Jos Waals overhandigt de eerste sleutel.

De wijk AHR werd gevolgd door de eerste Nootdorpse Vinex-locatie: Hoogeveen-zuid.
“Wij waren toen de eerste die het aandurfden om in Nootdorp de opdracht te geven tot het bouwen van een appartementencomplex,” vertelt De Kuijper. “Volgens het bestemmingsplan mocht aan de Lupine een dergelijk gebouw verrijzen en in 1993 gaven wij bouwbedrijf Van Venrooij de opdracht.”

Inmiddels was er in de organisatie natuurlijk wel het één en ander veranderd. Doordat de W.V.N. begin jaren 80 de vrijgekomen PTT-centrale aan de Koningin Wilhelminastraat kocht en na verbouwing hier het kantoor vestigde, konden administratieve krachten in dienst worden genomen en werd het werk professioneler van opzet. Geen huurverhogingen meer zelf met de hand berekenen; geen huren meer ophalen, want de incasso was tien jaar eerder al geautomatiseerd. Het onderhoud werd uitbesteed aan de Woningbouwvereniging Pijnacker.
Ook de wijze waarop woningen werden toegewezen was veranderd. De W.V.N. kende aanvankelijk het bemiddelingsmodel. Mensen die zich hadden ingeschreven werden benaderd met de vraag: deze woning komt beschikbaar, is dat wat voor u? In de jaren 90 stapte de vereniging over op het aanbodmodel. De W.V.N. adverteerde met de woningen die beschikbaar waren en de potentiële huurders konden zich hiervoor aanmelden. Voor een toewijzing gaf bij starters de leeftijd de doorslag en bij de doorstromers het aantal jaren waarin zij al in een woning verbleven. Van groot belang was de verhouding tussen huurprijs, inkomen en gezinssamenstelling.

Eigen stem
Uiteraard heeft de W.V.N. altijd zeer nauw met het gemeentebestuur samengewerkt. Nadat het ministerie van Volkshuisvesting had bepaald hoeveel woningen in een bepaald jaar gebouwd mochten
worden, volgde overleg tussen gemeente en W.V.N. over de aantallen huur- en koopwoningen.
“Wij hadden daarin een eigen stem”, legt De Kuijper uit. “We gaven in goed overleg ook zelfstandig opdrachten aan architecten en bouwers. De prijs van de bouw was immers bepalend voor de huurprijs. In de jaren 70 waren de kleine aannemers belangrijk, maar tien jaar later werd de concurrentie steeds groter en kwamen de projectontwikkelaars in beeld. De grote aannemers wilden ook wel kleine contingenten bouwen. De W.V.N. kreeg per project zo’n tien tot veertig woningen in bezit.”
Hoewel er door de jaren heen zo nu en dan sprake was van een conflict tussen gemeente en corporatie, is het overleg met de gemeente maar één keer vastgelopen, namelijk in 1976 toen de gemeente 12 huurwoningen voor bejaarden aan de Meidoornlaan bij Veenhage liet bouwen. De W.V.N. vond de kwaliteit onvoldoende en wilde niet als opdrachtgever optreden. Uiteindelijk zijn in 1984 de woningen alsnog aangekocht, maar de kwaliteit bleek inderdaad niet best. De conflicten hadden meestal betrekking op het toewijzen van woningen of op de verhouding tussen huur en koop.
Door zijn reguliere werk was Wim de Kuijper op de hoogte van de aanbestedingsprocedures en kon hij
na onderhandelingen een redelijke huurprijs uit de wacht slepen. Tweede voorzitter Bertus de Bruijn bezat bouwtechnische kennis en Jan van Dorp, die al in 1957 bestuurslid werd, zorgde voor het onderhoud van de woningen totdat dit werd uitbesteed aan de Woningbouwvereniging Pijnacker.
Ten tijde van het vijftig jarig bestaan in 1989 bestond het bestuur – behalve uit deze drie genoemde leden, – nog uit Piet van Hagen, Tinus van Logchem, penningmeester Tinus de Vreede en secretaris Wim Lakens, allemaal min of meer bekende Nootdorpers en allemaal vrijwilligers, die het tijdrovende werk naast hun baan erbij moesten doen.
In zijn toespraak tijdens de viering van het 50-jarig jubileum zei De Kuijper onder meer:
“De woningnood is teruggedrongen naar woningbehoefte, maar toch staan er bij ons nog 200 kandidaten geregistreerd die een huurwoning zoeken. Vijftig procent is afkomstig uit Nootdorp. Officieel is erkend, dat iedereen boven de 18 jaar recht heeft op zelfstandig, betaalbaar wonen. Er is intensief overleg nodig om de doelstellingen optimaal te kunnen bereiken.”

Mijlpaal

Het bestuur van de W.V.N. in 1989 met v.l.n.r. Piet van Hagen, Jan van Dorp, Tinus van Lochem, Tinus de Vreede, Bertus de Bruijn, Wim de Kuijper en Wim Lakens.

Het bestuur van de W.V.N. in 1989 met v.l.n.r. Piet van Hagen, Jan van Dorp, Tinus van Lochem, Tinus de Vreede, Bertus de Bruijn, Wim de Kuijper en Wim Lakens.

In 1990 werd een mijlpaal bereikt. Bouwgroep Oude Gouwe leverde de vijfhonderdste woning van de corporatie op. Het betrof Hoornblad 26 in de wijk Achter het Raadhuis, huurprijs ƒ 475.- per maand. Tegen de muur van dit huis is een herinneringsplaquette bevestigd. In die tijd stonden er 2100 woningen in Nootdorp, waarvan een kwart sociale woningbouw. Tijdens deze mijlpaal wees De Kuijper de gemeente erop, dat ook aan het bouwen van seniorwoningen en twee- en driekamerwoningen aandacht zou moeten worden besteed, vooral nu er zou moeten worden gebouwd voor de Haagse regio. De vraag naar kleine woningen steeg. Een beleidsplan voor de volkshuisvesting was een dringende noodzaak, zo zei De Kuijper.

In 1995 nam het bestuur de beslissing om de vereniging om te zetten in een stichting.
Wim de Kuijper: “De organisatie maakte een grote omslag. We hadden ons al financieel vrij gemaakt van het Rijk, door de jaarlijkse rijksbijdrage voor ons contingent woningen af te kopen. Als Stichting Woningbouw Nootdorp konden we ook zelfstandig leningen afsluiten en de dure leningen uit het verleden oversluiten voor een aanzienlijk lager rentepercentage. De positie van de huurders verbeterde, doordat ze meer inbreng kregen via de bewonerscommissie. Ook werden we nauw betrokken bij de besprekingen rond de nieuwbouw bij Veenhage, die al in 1990 begonnen.”
Inmiddels werden de regionale afspraken van de lokale overheden steeds belangrijker. Ypenburg (toen nog deels Nootdorps grondgebied) zat er aan te komen en de Stichting Woningbouw Nootdorp was niet erg te spreken over de gang van zaken rond de sociale bouw aldaar. Haaglanden ging samenwerken bij het toewijzen van huurwoningen en de noodzaak om samen te gaan werken met een andere corporatie werd voor Nootdorp steeds dringender. Een fusie zou bovendien kostenbesparend werken.
Wim de Kuijper: “Bij mijn aftreden in 1996 bezat de Stichting 680 woningen. Ik heb nog deelgenomen aan de eerste besprekingen met Vestia. Naar mijn mening konden we namelijk het beste samengaan
met een grote corporatie, waar meer know-how aanwezig is. Bovendien waren wij een gewilde fusiepartner, omdat wij naar verhouding een groot aantal eengezinswoningen bezaten. Bovendien was ons hele woningbezit in goede staat van onderhoud en was er sprake van een financieel zeer gezonde stichting. Na een samenwerking van enige jaren werd de fusie met Vestia in 2002 een feit.

Bron: Vis, Ninon, Nieuwsbrief Noitdorpsche Historiën december 2006 en maart 2007.