Statuten

Oprichtingsakte Vereniging Noitdorpsche Historiën

Heden, achtentwintig februari tweeduizend een,

verschenen voor mij,

Mr Clazina Maria Knijnenburg, kandidaat-notaris, hierna te noemen: notaris, als waarnemer van Mr Michiel Huibert Kouwenhoven, notaris te Nootdorp:

  1. de heer Arnoldus Petrus Henricus Maria Lammers, planoloog, wonende te 2631 TP Nootdorp, Jeneverbes 10, geboren te Mierlo op negen mei negentienhonderd eenenzestig, gehuwd en in het bezit van een geldige identiteitskaart met het kenmerk ………, afgegeven te Nootdorp op zeventien april negentienhonderd achtennegentig;
  2. de heer Petrus Gerardus Ripken, tuindersknecht, wonende te 2631 DL Nootdorp, Zegge 28, geboren te Nootdorp op twaalf juli negentienhonderd tweeënzestig, gehuwd en in het bezit van een geldig paspoort met het kenmerk ………, afgegeven te Nootdorp op vierentwintig januari negentienhonderd zevenennegentig, en
  3. de heer Henderikus Wilhelmus Johannes Gerardus Rolvink, informaticus, wonende te 2631 DT Nootdorp, Fonteinkruid 23, geboren te Goor op vier juni negentienhonderd vierenvijftig, gehuwd en in het bezit van een geldig paspoort met het kenmerk ………, afgegeven te Nootdorp op tweeëntwintig augustus negentienhonderd zesennegentig.

De verschenen personen verklaarden bij deze op te richten een vereniging en daarvoor vast te stellen de navolgende

STATUTEN.

Naam en zetel
Artikel 1.
De vereniging draagt de naam: Noitdorpsche Historiën en is gevestigd in de gemeente Nootdorp.

Doel
Artikel 2.

  1. De vereniging heeft ten doel het bevorderen van de kennis der geschiedenis in het algemeen en die van Nootdorp in het bijzonder. Voorts bevordert zij het behoud van objecten, die vanuit geschiedkundig oogpunt als waardevol zijn te beschouwen.
  2. Zij tracht dit doel te bereiken door:
    1. het (doen) houden van lezingen, diavoorstellingen, tentoonstellingen en dergelijke;

    2. het opsporen en verzamelen van gegevens, stukken, documenten en andere voorwerpen van historische betekenis betreffende Nootdorp en omgeving, alsmede het in stand houden en tentoonstellen van dit materiaal in een daartoe geschikte ruimte;

    3. het organiseren van excursies naar musea en andere gebouwen of werken van historische betekenis;d. het doen van onderzoek naar de geschiedenis van Nootdorp en zijn bewoners en het publiceren van de resultaten daarvan;

    4. het stimuleren van het behoud van monumenten in Nootdorp;

    5. het onderhouden van contacten;

    6. het aanwenden van andere middelen die geacht kunnen worden verband te houden met het streven van de vereniging, zoals bijvoorbeeld het uitgeven van publicaties in welke vorm dan ook.

  3. De vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.

Begripsbepalingen
Artikel 3.

  1. Tenzij in deze statuten anders is bepaald of kennelijk anders is bedoeld wordt in deze statuten verstaan onder:
      • de vereniging: de in artikel 1 genoemde vereniging;
      • het lid, de leden: zowel het gewone lid als het erelid, respectievelijk zowel de gewone als de ereleden;
      • het bestuur: het bestuur van de vereniging;
      • de algemene vergadering : de algemene vergadering van de vereniging, als orgaan van de vereniging, alsook bijeenkomsten van dit orgaan;
      • Boek 2: Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
      • de kascommissie: de commissie als bedoeld in lid 2 van artikel 48 van Boek 2.
  2. Onder “schriftelijk” wordt in deze statuten tevens verstaan: telegrafisch, per telex, per telecopier of via enig ander telecommunicatiemiddel dat in staat is geschreven tekst over te brengen.

Leden, ereleden, aanvang lidmaatschap
Artikel 4.

  1. De vereniging kent gewone leden en ereleden. Gewoon lid kunnen zijn zowel natuurlijke personen als rechtspersonen. Ereleden kunnen slechts zijn natuurlijke personen.
    Waar in deze statuten of in krachtens deze statuten vast­gestelde reglementen of genomen besluiten sprake is van lid of leden worden daaronder zowel de gewone als de ereleden begrepen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald of kennelijk anders is bedoeld.
  2. Gewone leden zijn zij, die zich – onder overlegging van de door het bestuur verlangde gegevens en bescheiden – als lid bij het be­stuur hebben aangemeld en door het bestuur als zoda­nig tot de vereniging zijn toegelaten. Het bestuur kan een commissie instellen die tot taak heeft het bestuur te adviseren omtrent de toelating tot het lidmaatschap van degenen die zich daartoe aanmelden.
  3. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
  4. De algemene vergadering kan haar in de vorige zin bedoelde bevoegdheid delege­ren aan een door haar uit haar midden te benoemen com­missie bestaande uit ten minste drie personen, die geen deel uitmaken van het bestuur. Indien de algemene vergadering van deze bevoegdheid gebruik maakt, wordt bij reglement de werkwijze van de commissie geregeld.
  5. Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone ver­dien­sten voor de vereniging of op het terrein waarop de vereniging werkzaam is, op voorstel van het be­stuur door de algemene vergadering, bij een met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit, als zodanig zijn benoemd en die deze benoeming hebben aanvaard.
  6. Ingeval een rechtspersoon lid is, worden de lidmaatschapsrechten namens hem uitgeoefend door één door die rechtspersoon aangewezen natuurlijke persoon die krachtens de statuten van die rechtspersoon en/of krachtens volmacht bevoegd is die rechtspersoon jegens de vereniging in alle opzichten te vertegenwoordigen. Voor de benoembaarheid in functies in de vereniging wordt deze persoon gelijk gesteld met de natuurlijk persoon die lid is.

Karakter van het lidmaatschap
Artikel 5.
Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet vatbaar voor overdracht of overgang, noch kunnen daarop beperkte rechten worden gevestigd.

Einde van het lidmaatschap
Artikel 6.

  1. Het lidmaatschap eindigt:
    1. door de dood van het lid. Is een rechtspersoon lid van de vereniging, dan eindigt zijn lidmaatschap wan­neer hij ophoudt te bestaan, óók als dit ophou­den te bestaan het gevolg is van fusie of splitsing;
    2. door opzegging door het lid;
    3. door opzegging door de vereniging;
    4. door ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar – hetwelk samenvalt met het kalenderjaar – mits schriftelijk en met inachtneming van een opzeg­gings­termijn van ten minste vier weken.
    Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerst­volgende verenigingsjaar.
  3. In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid is onmiddellijke beëindiging door een lid van zijn lidmaat­schap door opzegging – mits schriftelijk ge­daan – moge­lijk, indien redelijkerwijs van het lid niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
    Voorts kan een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen – mits schriftelijk – binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzet­ting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing.
  4. Een lid kan zijn lidmaatschap niet met onmiddellijke ingang opzeggen, en aldus een desbetreffend besluit te zijnen aanzien buiten toepassing stellen, nadat hem een besluit tot verzwaring van zijn geldelijke verplichtingen of van andere verplichtingen die hem blijkens of krachtens deze statuten kunnen worden opgelegd of waarbij de hem bij of krachtens de statu­ten toegekende rechten zijn verzwaard, is meegedeeld of bekend geworden.
  5. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging kan eveneens slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. De opzegging geschiedt door het bestuur, schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken.
    Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging kan slechts plaatsvinden in de in de wet bepaalde gevallen. Het bepaalde in lid 2, laatste zin en lid 3, eerste zin is van overeenkomstige toepassing
  6. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitge­sproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of nalaat, zoals onder meer in het geval van de ondanks betalingsherinnering niet of niet-tijdige betaling door het lid van zijn jaarlijkse bijdrage, of wanneer een lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
    De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste van het besluit, met opgave van redenen, in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene verga­dering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
    Het besluit van de algemene vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
  7. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd.

Schorsing
Artikel 7

  1. Het bestuur kan een lid dat handelt of nalaat in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt, schorsen voor een periode van ten hoogste drie maanden en kan deze schorsing éénmaal met ten hoogste drie maanden verlengen.
    Het bestuur stelt het betrokken lid ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis.
    De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene vergadering.
    Het bepaalde in artikel 4 lid 4 is van overeenkomstige toepassing.
  2. Ingeval een geschorst lid deel uitmaakt van een orgaan van de vereniging brengt zijn schorsing tevens met zich schorsing in zijn functie in dat orgaan.

Donateurs
Artikel 8.

  1. Donateurs zijn personen of instellingen, die met het doel van de vereniging sympathiseren en die als zodanig door het bestuur tot vereniging zijn toegelaten en die eenmalig dan wel periodiek een geldelijke bijdrage aan de vereniging voldoen, waarvan de minimale grootte door het bestuur wordt vastgesteld en kan worden gewijzigd. Het bestuur kan de bijdragen van donateurs op verschillende bedragen vaststellen per door het bestuur vast te stellen categorie van donateurs. Het bestuur is bevoegd personen of instellingen als donateur te weigeren.
  2. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het donateurschap door schriftelijke opzegging te doen eindigen.
  3. Het bestuur kan aan de donateurs rechten toekennen.

Geldmiddelen
Artikel 9.

  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de jaarlijkse bijdragen van de gewone leden en de donateurs, subsidies, erfstellingen, legaten, schenkingen en andere inkomsten.
  2. Ieder gewoon lid is een jaarlijkse bijdrage aan de vereniging verschuldigd, welk bedrag wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Behoudens het geval dat de algemene vergadering uitdrukkelijk bepaalt dat ook de ereleden vorengemelde bijdrageplicht hebben, zijn zij daarvan vrijgesteld.

Bescherming persoonlijke levenssfeer en gedragscode
Artikel 10.

  1. Op de vereniging is van toepassing de Wet Persoonsregistratie (W.P.R.) die op een juli negentienhonderd negenentachtig in werking is getreden.
  2. Leden die tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden ten behoeve van de vereniging kennis nemen van vertrouwelijke gegevens hebben een geheimhoudingsplicht ten aanzien daarvan.

Bestuur; samenstelling
Artikel 11.

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zeven personen, die uit hun midden een secretaris, een eerste en tweede penningmeester en een algemeen adjunct aanwijzen. De voorzitter wordt in functie benoemd. Voorzitter, secretaris en eerste penningmeester vormen samen het dagelijks bestuur.
  2. De bestuurders worden door de algemene vergadering uit de leden dan wel de bestuurders van de leden rechtspersonen van de vereniging benoemd.
    De algemene vergadering stelt tevens het aantal der bestuurders vast, met dien verstande dat dit aantal oneven dient te zijn.
  3. Bestuurders kunnen te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen. Terzake van schorsing of ontslag besluit de algemene vergadering met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
  4. Indien ingeval van schorsing van een bestuurder de algemene vergadering niet binnen drie maanden daarna tot zijn ontslag heeft besloten, eindigt de schorsing.
    De geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.
  5. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar. Onder een jaar wordt ten deze verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene vergaderingen.
    De bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster; een volgens het rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar.
    In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
  6. Een niet voltallig bestuur blijft bestuursbevoegd.

Bestuur, taken en bevoegdheden
Artikel 12.

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Elke bestuurder is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.
    Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse leiding van de vereniging en met de uitvoering van de besluiten van het bestuur. Het bestuur kan, tot wederopzegging, taken en bevoegdheden delegeren aan het dagelijks bestuur.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur is, uitsluitend na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, mede bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.

Bestuur; vertegenwoordiging
Artikel 13.

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter handelend tezamen met de secretaris of de penningmeester. Ingeval van ontstentenis of belet van de voorzitter of de secretaris zijn voorts bevoegd tot vertegenwoordiging van de vereniging de voorzitter of de secretaris samen met een ander lid van de vereniging.
  3. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of bestuursleden toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarden voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de vereniging worden ingeroepen.
  4. Bestuursleden aan wie krachtens de statuten of op grond van een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling is besloten.

Bestuur; werkwijze
Artikel 14

  1. De voorzitter alsmede ten minste twee van de overige bestuurders gezamenlijk zijn gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
  2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt door de in het voorgaande lid bedoelde personen, dan wel namens dezen door de secretaris, schriftelijk, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de te behandelen onderwerpen.
  3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen.
  4. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuurders vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen besluitvorming te verzetten.
  5. Een bestuurder kan zich door een andere bestuurder ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen.
    Een bestuurder kan slechts één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.
  6. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem.
    Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden alle besluiten van het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
    Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
    Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zonodig na tussenstemming.
  7. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  8. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden ge­houden, met dien verstande, dat indien één of meer bestuurders dit verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
  9. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend.
    Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  10. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon.
    De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.
  11. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een verga­dering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte dan wel vereiste grotere meerderheid van het aantal bestuurders zich vóór het voorstel heeft verklaard.
    Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
  12. Het bestuur kan een reglement vaststellen waarin het zijn werkwijze nader regelt.

Werkgroepen
Artikel 15.

  1. Het bestuur is bevoegd werkgroepen in te stellen dan wel derden te belasten met de uitvoering en stimulering van met name door het bestuur aan te duiden activiteiten die tot het werkterrein van de vereniging behoren.
  2. De werkgroepen of voornoemde derden functioneren onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
  3. Het delegeren aan werkgroepen/derden duurt voort zolang het bestuur dit nodig oordeelt.
  4. Een werkgroep bestaat uit tenminste drie leden, die door het bestuur worden benoemd. Tenminste een lid wordt benoemd uit de bestuursleden.
  5. De werkgroepen rapporteren aan het dagelijks bestuur.

Algemene vergadering; bijeenroeping
Artikel 16.

  1. De algemene vergaderingen worden gehouden in de ge­meente en woonkern waar de vereniging statutair is gevestigd.
  2. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  3. Jaarlijks zal binnen drie maanden na afloop van het verenigingsjaar een algemene vergadering worden gehouden.
  4. Naast genoemde algemene vergadering bedoeld in het vorige artikel, worden algemene vergaderingen bijeengeroepen door het bestuur zo dikwijls men dit wenselijk acht.
  5. Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen in een voltallige algeme­ne vergadering, is het bestuur verplicht tot het bijeen­roepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.
    Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de algemene vergadering overgaan.
  6. De bijeenroeping der algemene vergadering geschiedt door schriftelijke mededeling aan de leden op een termijn van ten minste zeven dagen.
  7. Indien geen schriftelijke bijeenroeping van de algemene vergadering plaatsvond, kan de algemene vergadering niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits ten minste een zodanig aantal stemgerechtigden ter vergadering aanwezig is als is stemgerechtigd tot het uitbrengen van de helft van het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering kan worden uitgebracht en geen van hen, noch het bestuur,zich tegen besluitvorming verzet.
    Indien bijeenroeping van de algemene vergadering geschiedde op kortere dan de voorgeschreven termijn, kan de algemene vergadering niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, tenzij een zodanig aantal der aanwezigen als gerechtigd is tot het uitbrengen in die vergadering van ten minste één tiende gedeelte der stemmen zich daartegen verzet.
    Het bepaalde in de eerste zin van dit lid is van overeenkomstige toepassing op besluitvorming door de algemene vergadering inzake onderwerpen die niet op de agenda werden vermeld.

Algemene vergadering, toegang, stemrecht
Artikel 17

  1. Toegang tot de algemene vergadering hebben de leden, de personen die deel uitma­ken van de organen van de vereniging, alsmede degenen, die daartoe door het bestuur en/of de algemene vergadering zijn uitgenodigd.
  2. Stemgerechtigd in de algemene vergadering zijn de gewone leden en de ereleden.
    Ieder van hen heeft één stem. Ieder die stemgerechtigd is, kan aan een andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem.
    Een stemgerechtigde kan voor niet meer dan twee leden als gevolmachtigde optreden.
  3. Een eenstemmig besluit van al degenen, die in de algeme­ne vergadering stemgerechtigd zijn, ook al zijn zij niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
  4. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk. Op voorstel van de voorzitter kan het aannemen van voorstellen bij acclamatie geschieden.

Algemene vergadering, werkwijze
Artikel 18

  1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door de oudste aanwezige bestuurder. Zijn geen bestuurders aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de algemene vergadering worden gehouden.
  3. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
    Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkre­gen, wordt herstemd tussen de twee personen, op wie het grootste aantal stemmen werd uitgebracht, zo nodig na tussenstemming.
  4. Het door de voorzitter ter algemene vergadering uit­ge­sproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  5. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon.
    Deze notulen worden in dezelfde of in een volgende algemene vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die verga­dering ondertekend.

Algemene vergadering; boekjaar, jaarvergadering, kascommissie
Artikel 19

  1. Het boekjaar/verenigingsjaar van de vereniging is het kalenderjaar.
  2. Jaarlijks wordt ten minste één algemene vergadering, de jaarvergadering, gehouden en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behou­dens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering.
  3. In de jaarvergadering brengt het bestuur zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereni­ging en over het gevoerde beleid. Het bestuur legt in de jaarvergadering de balans en een staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over.
    Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
  4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks een kascommissie, tot taak hebbend het onderzoek van de stukken bedoeld in lid 3 van dit artikel. De kascommissie bestaat uit ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.
    Het bestuur doet de stukken ten minste één maand voor de dag, waarop de algemene vergadering zal worden gehouden waarin deze zullen worden behandeld, toeko­men aan de commissie. De commissie onderzoekt deze stukken en brengt aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen.
    Het bestuur is verplicht aan de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de vereni­ging te geven.
  5. De algemene vergadering kan aan een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 Boek 2 opdracht verlenen tot onderzoek van de balans en de staat van baten en lasten.
    Indien een accountant is benoemd brengt hij aan het bestuur verslag uit omtrent zijn onderzoek. Hij geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring. Deze verklaring wordt door het bestuur aan de algemene vergadering overgelegd.
  6. Ingeval de algemene vergadering van de bevoegdheid haar bij het vorige lid gegeven gebruik maakt, kan zij tevens bepalen dat geen kascommissie zal worden benoemd.

Statutenwijziging
Artikel 20

  1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben door een besluit van de algemene vergadering, waar­toe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijzi­ging van de statuten zal worden voorgesteld.
  2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergade­ring werd gehouden.
  3. Tot wijziging van de statuten kan door de algemene­ verga­dering slechts worden besloten met een meerder­heid van ten minste twee derde van het aantal uitge­brachte stemmen in een vergadering, waarin tenminste drie/vierde gedeelte van de stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd is. Is in de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is niet drie/vierde gedeelte aanwezig of vertegenwoordigd dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, doch ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigden.
  4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
    Het bestuur alsmede tot vertegenwoordiging van de vereniging bevoegde bestuurders zijn tevens bevoegd de akte van statutenwijziging te doen verlijden.
  5. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing, indien ter algemene vergadering alle stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algeme­ne stem­men wordt genomen.
  6. De bestuurders zijn verplicht een authentiek af­schrift van de akte van statutenwijziging en een volle­dig door­lopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijzi­ging luiden, neer te leggen ten kan­tore van het door de Kamer van Koophandel en Fabrie­ken gehouden handelsregister.

Ontbinding en vereffening
Artikel 21

  1. Het bepaalde in het voorgaande artikel leden 1, 2, 3 en 5 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging.
  2. De algemene vergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de bestemming vast van het batig saldo, en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de vereniging.
  3. De vereffening geschiedt door de bestuurders, tenzij de algemene vergadering anders besluit.
  4. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
    Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
  5. De vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar dan wel aan de vereffenaars be­kende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen van het ophouden te bestaan van de vereniging opgave aan de regis­ters waar de vereniging is ingeschreven.
  6. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten worden bewaard gedurende tien jaren na af­loop van de vereffening. Bewaarder is degene die door de vereffe­naars als zodanig wordt aangewezen.
    Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de bewaarder zijn naam en adres opgeven aan de registers waarin de vereniging was ingeschreven.

Reglementen
Artikel 22.

  1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin deze statu­ten niet of niet volledig voorzien, vaststellen en wijzigen.
  2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strij­dig zijn met de wet of met deze statuten.
  3. Op de besluiten tot vaststelling en tot wijziging van een reglement is het bepaalde in artikel 20 leden 1, 2 en 5 van overeenkomstige toepassing.

Tenslotte werd verklaard:
Benoemd zijn tot bestuurders in de achter hun naam vermelde functie:

  1. de heer Arnoldus Petrus Henricus Maria Lammers, de comparant sub 1. voornoemd, secretaris;
  2. de heer Petrus Gerardus Ripken, de comparant sub 2. voornoemd, penningmeester;
  3. de heer Henderikus Wilhelmus Johannes Gerardus Rolvink, de comparant sub 3. voornoemd, voorzitter.

Slot akte

Deze akte is in minuut opgemaakt en verleden te Nootdorp op de datum in de aanhef van deze akte vermeld.

Nadat de inhoud van deze akte zakelijk aan de verschenen personen is opgegeven en toegelicht, hebben deze verklaard van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.

Vervolgens is deze akte, na beperkte voorlezing overeenkomstig de wet, door de verschenen personen, die mij, notaris, bekend zijn, en mij, notaris, ondertekend.

w.g. de verschenen personen en de notaris.

Uitgegeven voor afschrift,

Heden, achtentwintig februari

tweeduizend een.

Deze akte is op 28 februari 2001 gepasseerd door mevr. mr. C.M. Knijnenburg, kandidaat-notaris bij Caminada Notarissen, notariskantoor te Nootdorp