Buitenplaats in de Polder

Buitenplaats in de polder

U staat op de driesprong van de Geerweg, de Laakweg (rechts) en Hogeveenseweg (links). Deze plek behoorde vanouds tot het ambacht Hoogeveen.

De Delftse en Nootdorpse Geerweg

Ten oosten van Delft lag een moerassig gebied hetgeen een verklaring kan zijn voor zowel de Delftse als de Nootdorpse Geerweg. Tussen 1150 en 1200 werd het veengebied vanuit Delft naar het noorden toe ontgonnen. Daartoe werd de Geerweg aangelegd, waarvan nu nog een stukje in Delft, en een stukje in Nootdorp ligt.

De naam Geerweg komen we al tegen in 1368 en is ontleend aan ‘geer’= ‘moeras’ of ‘drassig land’. De Nootdorpse Geerweg ligt in het verlengde van de Delftse Geerweg, wat betekent dat er vroeger een doorlopende verbinding is geweest. Dat in tegenstelling tot de meeste wegen en vaarten van Nootdorp. Die zijn namelijk ontstaan uit de ontginning van het veenmoeras vanaf de Landscheiding. Dat verklaart ook dat de Geerweg (en de vroeger doorlopende vaart langs deze weg) niet doorloopt tot de Landscheiding, maar vlak ervoor eindigt.

Uit de ligging van de oorspronkelijke Geerweg en de ernaast gelegen vaart kunnen we opmaken dat dit vroeger een belangrijke verbindingsweg was, zowel over water als over land. Verbonden werden onder andere Delft, Nootdorp, Nieuwkoop en Pijnacker. Vanaf ca 1220 werd de Henricuskade aangelegd, nu de Brasserskade. In de loop der tijd hebben die wegen de verbindingsfunctie van de Geerweg overgenomen.

Uit de kaart van Floris Balthasar uit 1611 (klik op de miniatuur voor een vergroting) blijkt dat de Geerweg (op de kaart Sint Jans wech), Cruijswech (nu gesplitst in Kruisweg en Hogeveenseweg) en de Noucooper wech (nu: Nieuwkoopseweg) tot de oudste wegen van Nootdorp behoren. Bijna alle wegen in en rond Nootdorp waren tot 1850 onverharde zandpaden. Heel langzaam veranderde dat. De Laakweg werd pas in 1968 verhard.

Op oude kaarten (rond 1600) zien we ook al de Nieuwkoopseweg (Noucooper wech, een stukje verder), die ook een belangrijke verbinding vormde van Hoogeveen naar Nieuwkoop. Een ‘cope’, waar ‘Noucoop’ zijn naam aan ontleent, was in de late Middeleeuwen een verdrag tussen de graaf van Holland en een groep boeren over het pachten en ontginnen van een bepaald gebied.

De belegering en het ontzet van Leiden

Uit kaarten en beschrijvingen uit de zestiende eeuw kunnen we opmaken dat zowel Nootdorp als Pijnacker in 1574 waren omgebouwd tot Spaanse schansen in de buitenste ring van het beleg om Leiden. Op 29 juli 1574 liet de Prins van Oranje de sluizen bij Schiedam en Rotterdam op en zetten en werden verschillende polderdijken doorstoken. De prins wilde Leiden gaan ontzetten via het water. Vervolgens zijn de zogenoemde Watergeuzen onder leiding van Louis Boisot opgetrokken tot de Landscheiding. Die moest worden veroverd en doorgraven, om het oprukkende water tot aan Leiden te brengen. Bij de Landscheiding en de Voorweg in Zoetermeer werd een ware slag uitgevochten. Uiteindelijk werd Leiden ontzet via een omtrekkende beweging over Benthuizen.

Afbeeldingen laten de oprukkende troepen van Boisot zien tussen de schansen Nootdorp en Pijnacker in (zie plaatje, klik op de miniatuur voor een vergroting). Het is heel aannemelijk dat een deel van de Geuzenvloot de vaart langs de Geerweg heeft gebruikt gezien zijn bevaarbaarheid en belangrijke verbindingsfunctie.

Brassershof

In later tijd zien we bij deze kruising twee buitenplaatsen ontstaan. Zij komen in ieder geval voor op de kaart van Kruikius uit 1712. In die tijd was dit een strategische locatie langs belangrijke water- en landverbindingen. Daarlangs kon men de opbrengsten van het land goed vervoeren naar de regionale markten in Delft en zijn omliggende dorpen en gehuchten.

De archieven tonen aan dat bierbrouwer Govert Brasser hier rond 1626 de buitenplaats Brassershof liet bouwen. Een verkoopacte uit 1759 meldt van De Brassershof: … een spatieuse heren huijsinge, voorsien met verscheijde Groote camers, cabinetten en vertrekken, magnificq salon, prieelen, stal en koetshuijs, thuijnmans huijs, …, visrijke vijvers, Laenen, houtakkers, boomgaarden, moestuijnen. Het landgoed en de opstallen zijn rond 1790 gesloopt (voor meer informatie, klik op deze link).

Huidige bebouwing en hun verleden.

Ongeveer op de plek van de Brasssershof werd na 1800 een boerderij gebouwd die als herinnering de naam Het Hof kreeg. In 1970 is de oude boerderij grotendeels afgebroken en werd een nieuwe gebouwd. Deze locatie staat sindsdien op oudere kaarten nog regelmatig aangegeven als ‘Het Hof’.

Laakweg nummer 1

Rond 1870 werd aan de Laakweg 1 de boerderij ‘Ouders Gedachtenis’ gebouwd, vlak bij de plek waar daarvoor ook al een boerderij stond. Drie generaties Veldhoven waren boer op deze plek. Op de foto zien we waarschijnlijk Siem Veldhoven en zijn echtgenote Anna van Dijk, links van hen een dienstbode. In 1968 werd de boerderij verkocht en omgebouwd tot een burgerwoning (voor meer informatie, klik op deze link).